Dit zijn boeken die wij deze zomer lezen
Het is eindelijk vakantie. De werkzaamheden op de redactie staan komende weken op een laag pitje. We gaan onze tijd aan nuttige zaken besteden zoals familie en vrienden bezoeken, boeken lezen en bomen planten. Een van de boeken die wij hebben geselecteerd is Merchants Of Essaouira. Urban Society and Imperialism in Southwestern Morocco, 1844–1886.
Essaouira (Mogador in de internationale literatuur, Tassort in de lokale taal Tamazight) was een eeuw lang de belangrijkste zeehaven van Marokko. Maar vergeleken met de groeiende havensteden in het Middellandse Zeegebied werd het belang van deze kleine stad voor handel met Europa steeds minder. Essaouira bleef een kleine stad gelegen in een relatief afgelegen regio. De opkomst van andere zeehavens zoals Beiroet en Alexandrië heeft de stad definitief onttroond. De bevolking van Beiroet groeide in de negentiende eeuw van 6.000 naar 120.000 inwoners. Begin negentiende eeuw telde Alexandrië 10.000 inwoners. Halverwege 1850 was de stad gegroeid tot ongeveer 150.000 inwoners. Overal waar de Europese handelsbelangen sterk waren begonnen havensteden uit te groeien tot grote handelscentra. De kleinschalige groei van het aantal inwoners van Essaouira van 10.000 naar 18.000 lijkt onbeduidend.
Toch hebben historici de ontwikkeling van Essaouira vaak als belangrijk beschouwd in de moderne geschiedenis van Marokko. Abdallah Laroui stelt dat Sultan Muhammad III, de stichter van Essaouira, beschouwd kan worden als de ware architect van het moderne Marokko zoals beschreven in talloze negentiende en twintigste eeuwse verslagen. Met de oprichting van Essaouira, aldus Laroui, werd het grootste deel van de staatsinkomsten voortaan verkregen uit douanerechten op buitenlandse handel. Zo werden de welvaart en het voortbestaan van de staat afhankelijk van een activiteit gedomineerd door buitenlandse handelaren.
In bijna alle studies over Marokko, sinds het belangrijkste boek van Miège, ligt de nadruk op de maatschappelijke veranderingen die de integratie van Marokko in het internationale kapitalistische systeem teweegbracht. Miège stelt dat de interactie van Marokko met Europa, en met name de buitenlandse handel, leidde tot een structurele transformatie van de samenleving. Het kapitalisme ontwikkelde zich aan de rand van de traditionele economie. De groeiende invloed van de bourgeoisie – grotendeels Joods – beïnvloedde de economische transformatie van het land. Een kapitalistische klasse van boeren en landeigenaren begon zich te ontwikkelen in zowel de steden als op het platteland. De steden in het binnenland raakten in verval naarmate de kustplaatsen groeiden. Net als in andere delen van Noord Afrika en het Midden-Oosten verkeerden traditionele ambachten in een crisis of verdwenen ze helemaal door de import van goedkope Europese producten. Deze aannames hebben tot een aantal diepgaande studies geleid naar hoe de Marokkaanse samenleving in specifieke steden of regio's tijdens de prekoloniale tijd werd veranderd.
Deze studies wijken af van de literatuur uit de Franse koloniale periode die de traditionele Marokkaanse samenleving vóór het Franse protectoraat als onveranderlijk afschildert. Franse studies over Marokkaanse steden richten zich doorgaans op de historische monumenten van de stad en de bijdragen van elke opeenvolgende sultan aan de stedelijke topografie. Ze besteden weinig aandacht aan sociale verandering. Zelfs de studie Roger Tourneau over Fes, een van de belangrijkste boeken over het Marokkaanse stadsleven, beschouwt de prekoloniale stad grotendeels als tijdloos. Fes van het jaar 1900 lijkt in veel opzichten hetzelfde als in de tijd van de Mariniden uit de 14de eeuw. Dat wil zeggen dat verandering pas onder invloed van het Franse protectoraat plaatsvond. Maar zoals de recente studie van André Raymond heeft aangetoond ontwikkelden de steden in Marokko zich in belangrijke wijze in de eeuwen voorafgaand aan de negentiende eeuw.
In de prekoloniale periode werd de sociale verandering in Marokkaanse steden versneld door de toenemende afhankelijkheid van Europa. De Europese commerciële expansie kan worden gezien als de eerste fase in het proces van buitenlandse economische overheersing. Vooral havensteden waren vatbaar voor sociale verandering omdat ze de belangrijkste contactpunten waren tussen Europeanen en de lokale bevolking. Belangrijker nog, de havens speelden een rol in de verandering. Het waren bruggenhoofden in de onderwerping van het land als geheel aan dominante westerse modellen.
De stad werd door sultan Mohammed III gesticht als koninklijke haven, een plaats waar alle handel met Europa kon plaatsvinden. Het doel van de sultan was zoveel mogelijk de buitenlandse invloed in te dammen door de omvang van de handel te beperken. De stad lag op een relatief geïsoleerde locatie en buitenlanders mochten niet naar de binnenlandse markten reizen. In de stad zelf kregen buitenlanders en Marokkaans-Joodse kooplieden aparte gebouwen in de kasbah. Hun panden behoorden toe aan de centrale overheid. De buitenlandse handel zou in theorie nauwlettend worden beheerd door de makhzen.
In veel opzichten doet dit denken aan Polanyi's handelshavens waarin de gemeenschap van handelaren relatief geïsoleerd was van de rest van de bevolking en de rol speelde van een politiek tussenpersoon. Controle over handel, die zich concentreert op luxe artikelen, gaat boven het economische proces van concurrentie. In sommige opzichten was de Marokkaanse sultan in staat de buitenlandse invloeden in te dammen en een economische enclave te creëren, net zoals de Chinezen door hun verdragshavens konden doen. In China werden buitenlanders beperkt tot een specifieke wijk in Kanton. Het was niet toegestaan om elders te reizen (behalve op speciale missies gaan om geschenken aan de keizer te brengen) en ook niet om handel te drijven met andere havens. Buitenlandse handel werd een staatsmonopolie. Europese handelaren werden gedwongen handel te drijven met officiële Chinese tussenpersonen. Verdragshavens groeiden snel in China van de negentiende eeuw. Hun impact op de traditionele Chinese economie bleef beperkt.
Het zou echter misleidend zijn om dit model te ver door te voeren. Essaouira's economische isolement en politieke neutraliteit waren altijd relatief en zeker nooit compleet. De patronen die zich ontwikkelden gingen lijken op die van andere Marokkaanse steden. Bovendien verloor de sultan geleidelijk zijn controle over handel. De handel van Essaouira, al vanaf het allereerste begin van de stad, verliep volgens de gebruiken die geworteld waren in de Marokkaanse samenleving. Essaouira was daarom zowel uniek als bestuurde handelshaven maar ook vergelijkbaar met andere steden.
Gezien de omvang en economische positie van de belangrijkste steden in het binnenland moet het belang van de kusthavens in de sociale en economische verandering van Marokko in perspectief worden geplaatst. Het economische belang van het binnenland, en de binnenlandse handel in het algemeen, was groter dan die van de steden aan de kust. Ondanks de beweringen dat de grote steden in het binnenland zoals Fes en Marrakesh in verval waren, is er weinig concreet bewijs dat suggereert dat de vrij beperkte groei van kustplaatsen noodzakelijkerwijs ten koste ging, zowel demografisch als economisch, van de grote steden in het binnenland, ondanks de schommelingen in de groei van het aantal inwoners van Marrakech in de negentiende eeuw.
Er zijn geen duidelijke tekenen van een algehele daling in deze periode. Marrakech bleef de hoofdstad en het belangrijkste commerciële centrum voor Zuid-Marokko. Bovendien woonde de overgrote meerderheid van de Marokkaanse bevolking van enkele miljoenen inwoners op het platteland. Men kan aannemen dat de stedelijke bevolking in Marokko tussen de vijf en tien procent bedroeg. De plattelandsbevolking in het achterland van Essaouira - in regio’s Haha en Sjiadma - telde minstens tien keer zo veel als de inwoners van de stad. Marokko bleef daarom een plattelandssamenleving. Met dit in gedachten was de belangrijkste zorg van de Marokkaanse sultan de controle over het platteland. De grootste potentiële bron van inkomsten voor de makhzen is gebaseerd op economische activiteiten op het platteland. Recent onderzoek in belastingregisters heeft aangetoond dat de staat in de tweede helft van de negentiende eeuw veel meer inkomsten uit het binnenland haalde dan uit douanerechten in de kusthavens.
Het belang van Essaouira lag daarom niet alleen in de afhankelijkheid van de makhzen van invoerrechten uit de buitenlandse handel, die weliswaar belangrijk waren, maar niet de belangrijkste financiële bron van de staat vormden, maar ook in haar geopolitieke positie in de controle over Zuidwest-Marokko. Door de rijkdommen van potentieel dissidente leiders van regio Souss te koppelen aan de commerciële activiteiten van de koninklijke havenstad Essaouira, probeerde de sultan de verder afgelegen delen van het land binnen de perken te houden. Men moet niet vergeten dat het land aan het begin van de Alawiten-dynastie bedreigd werd door een rivaliserende dynastie van Sjurafa – clans met heilige afkomst – uit de plaats Iligh in Souss.
Deze in wezen binnenlandse strategie had onvoorziene gevolgen. Door de handel met Souss open te stellen voor Europeanen werd buitenlandse invloed mogelijk gemaakt. Dat heeft de doelstelling van de sultan om buitenlandse invloed te beperken en de buitenlandse handel tot een minimum te beperken, ondermijnd.
De lokale kooplieden van Essaouira fungeerden zelf als agenten van buitenlandse invloed. Het streng gecontroleerde systeem van koninklijke handel werd uitgedaagd door het feit dat de kooplieden (tujjar as-Sulan), net als de Chinese compradors, makelaars werden voor de buitenlandse bedrijven die zaken deden in Marokko.
Sommige van de tujjar as-Sultan werden rijk door hun rol als tussenpersoon. Deze rijkdom impliceerde echter vaak afhankelijkheid van Europa. De binnenlandse investeringsmogelijkheden bleven uiterst beperkt. Daarom gingen de meest succesvolle Marokkaanse kooplieden investeerden in buitenlandse banken en bedrijven. Dit onderstreept de beperkingen van hun invloed op de Marokkaanse samenleving als geheel. Tujjar as-Sultan probeerden de westerse cultuur te imiteren maar bleven ingebed in de Marokkaanse samenleving. Ze waren verantwoordelijk voor de binnenlandse distributie van Europese importen maar zijn er niet in geslaagd de traditionele Marokkaanse economie te herstructureren op basis van westerse maatstaven.
De koloniale overheersing transformeerde uiteindelijk de Marokkaanse economie en integreerde het land in een op Europa gebaseerde kapitalistische markteconomie. Maar het proces van structurele verandering vond geleidelijk plaats dan historici beweren. Men riskeert gebeurtenissen en activiteiten met betrekking tot buitenlandse handel te interpreteren als stappen in de ontwikkeling van het kapitalisme in Marokko. Hoewel de handelshavens in de negentiende eeuw als bruggenhoofden voor buitenlandse invloed dienden onderwierpen ze de Marokkaanse cultuur niet aan een dominant westers model. Ondanks de vooruitgang in buitenlandse economische invloed waren de Europese belangen te beperkt en bleef het land te veerkrachtig voor een ingrijpende herstructurering.
De benadering van Miège, die zich richt op de integratie van Marokko in het internationale economische systeem, moet worden herzien, aldus de auteur. Dat is wat hij in dit boek probeert te doen. Hij kijkt naar de handelsgemeenschap van Essaouira vanuit een Marokkaans perspectief en context.
De belangrijkste theorie van Immanuel Wallersteins over hoe de kern (stad) de periferie (platteland) onderwierp biedt een interessant conceptueel kader voor de ontwikkeling van een Europese wereldeconomie. Maar het houdt geen rekening met de reacties van de bevolking. Marokko was in rep en roer vanwege de groeiende buitenlandse politieke en economische invloeden. Maar de continuïteit van de traditionele Marokkaanse samenleving werd ook gedreven door een eigen dynamiek. Door het leven van de inwoners van Essaouira in beeld te brengen, hoopt de auteur een beeld te schetsen van hoe de Marokkaanse cultuur en samenleving eruitzagen in het tijdperk van de Europese economische expansie in de negentiende eeuw.
Meer lezen over boeken op deze website:
Over de introductie van de drukpers in Marokko
Veilinghuis Sotherby’s in London heeft een manuscript van een Koran online gezet. Volgens de Franse onderzoekster Dr. Éléonore Cellard dateert het manuscript uit 1872. Het is een Koran op papier geschreven in Maghrebi stijl. Het bevat 250 bladen en 13 regels per pagina in zwart inkt met rode en blauwe regels. De tekst is in de marge gemarkeerd met aantekeningen in rood en blauw. De koppen van de verzen zijn in verschillende kleuren. Het manuscript heeft een kaft met vergulde bruine leren band en een sluitklep. De veiling online begint op 30 april. De vraagprijs wordt geschat tussen tien en vijftien duizend Britse pond.