Skip to main content
Weather Data Source: Wettervorhersage Agadir 30 tage

Gepubliceerd: 14 april 2025

Mario Vargas Llosa (1936-2025)

De schrijver Mario Vargas Llosa uit Peru is niet meer. Zijn werk kenmerkt zich door maatschappelijk engagement met thema’s als dictatuur, macht en strijd. Zijn bekende werken zijn o.a. Gesprek in de kathedraal (1969), De stad en de honden (1981) en Het feest van de bok (2000). Hij was ook een specialist in de Spaanstalige literatuur. In een lezing uit 2006 in Nederland nam hij het op voor de vergeten Spaanse schrijver Ortega y Gasset (1883-1955). Een fragment:

“Vijftig jaar geleden overleed José Ortega y Gasset in Spanje. Vijfenzeventig jaar geleden verscheen een van zijn belangrijkste werken, De opstand der horden (1930), wellicht zijn meest gelezen en vertaalde boek. Twee verjaardagen die zouden moeten dienen om het gedachtegoed van deze uitzonderlijk elegante en intelligente liberale denker uit de twintigste eeuw in ere te herstellen. Immers, tal van omstandigheden - de Spaanse Burgeroorlog, de veertigjaar durende dictatuur van Franco en de opkomst van de marxistische en revolutionaire doctrines in het Europa van de tweede helft van de twintigste eeuw - hebben deze filosoof ten onrechte naar de rommelzolder verdrongen. Sterker nog, ze hebben geleid tot een volkomen vervormd beeld door hem te reduceren tot een referentie voor conservatieve gedachtevorming. En zoals blijkt uit het beroemde essay van Hayek, gaapt er tussen liberalisme en conservatisme een enorme kloof.

Ofschoon hij zijn filosofie nooit heeft gesystematiseerd in een organisch samenhangend geheel, heeft Ortega y Gasset in zijn ontelbare essays, artikelen, conferenties en aantekeningen een uitgesproken liberaal discours ontwikkeld dat in een context als die van het toenmalige Spanje als buitengewoon vooruitstrevend diende te worden aangemerkt - zelf zou hij de term 'radicaal' hebben gebruikt, een van zijn favoriete woorden. Hij had kritiek op zowel het dogmatisch extremisme van links als het autoritaire, nationalistische en katholieke conservatisme van rechts. Een groot deel van dit ideeëngoed is nog steeds van toepassing en blijft bijzonder actueel, vooral na het bankroet van het marxisme en zijn parasitaire doctrines en gelet op het buitensporige economisme waarin het intellectuele liberalisme zich de laatste tijd heeft opgesloten.

Het beste bewijs hiervan is het boek De opstand der horden, dat in Spanje gepubliceerd is in 1930, ofschoon reeds twee of drie jaar eerder fragmenten waren verschenen in artikelen en essays. Het werk is gestructureerd rond een briljant inzicht: de suprematie van de elites behoort tot het verleden; de horden, bevrijd van het juk der onderdrukking, zijn het leven op beslissende wijze gaan beïnvloeden en hebben de burgerlijke en culturele waarden en de sociale conventies ingrijpend gewijzigd. Wanneer Ortega dit boek schrijft, zijn enerzijds het communisme en het fascisme en anderzijds het syndicalisme en het nationalisme in volle bloei en kondigen zich de eerste tekenen aan van een volkscultuur die geschoeid is op massaconsumptie. Met feilloze intuïtie slaagt hij erin een van de hoofdkenmerken van het moderne leven te definiëren.

Zijn kritiek op dit verschijnsel is terecht gebaseerd op de bescherming van het individu, wiens soevereiniteit bedreigd wordt - en in velerlei opzichten reeds vernietigd is - door de onstuitbare opkomst van de massa - van het collectieve - in de hedendaagse maatschappij. Ortega gebruikt het begrip 'horde' allerminst als synoniem voor maatschappelijke klasse en hij verwerpt uitdrukkelijk de marxistische definitie van de term. De 'horden' van Ortega hebben betrekking op mannen en vrouwen uit verschillende maatschappelijke klassen die op voet van gelijkheid worden ondergebracht in een collectief wezen, waarmee zij samensmelten. Anders gezegd, zij doen afstand van hun individuele soevereiniteit en verwerven die van de groep. Zij worden met andere woorden een 'deel van het geheel'. In Ortega's boek verwijst de term 'horde' naar een groep gede-individualiseerde individuen die niet langer optreden als vrije en denkende menselijke eenheden, maar zijn opgelost in een collectief geheel dat namens hen denkt en handelt, veeleer op basis van geconditioneerde reflexen - emoties, instincten, passies - dan door het gebruik van de rede. Het gaat hier vooral om de horden die zich toentertijd verenigden rond Benito Mussolini in Italië en zich tijdens de volgende jaren verdrongen rond Hitler in Duitsland of 'vadertje' Stalin vereerden in Rusland. Volgens Ortega y Gasset zijn het communisme en het fascisme 'twee duidelijke voorbeelden van substantiële regressie' typische systemen waarin het individu verandert in een massamens. De auteur beperkt het verschijnsel van massavorming echter niet tot menigten die zich ordenen en kristalliseren rond politieke leiders en absolute heersers, zoals in totalitaire regimes gebeurt. Hij is van oordeel dat dergelijke horden ook een nieuwe realiteit vormen in de democratie, aangezien het individu, gedreven door een sterke kuddegeest, steeds vaker wordt opgeslorpt door de groep, die thans in het openbare leven een leidinggevende rol speelt. Ortega y Gasset beschouwt deze ontwikkeling als een terugkeer naar het primitivisme en bepaalde vormen van barbarij die schuilgaan onder de mantel van moderniteit.” (Nexus Magazine. Nummer 44, 2006).