De Europese obsessie om Rusland op afstand te houden
Een oude literaire genre wil dat je de ziel van een volk kunt bloot leggen door middel van het observeren van wat er in de loop van de tijd verandert of niet in het gedrag. Zo kunnen karaktereigenschappen van volkeren worden onderscheiden om oplossingen te vinden voor terugkerende problemen. Dat is wat de Fransman Marquis Astolphe de Custine (1790-1857) deed tijdens zijn reizen door Rusland. Zijn werk “La Russie en 1839” wordt nog altijd gelezen door zowel haters als bewonderaars van Rusland.
Maar het blijft een hachelijke onderneming nu Rusland weer in het midden van de actualiteit staat als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Want hoe kunnen de observaties van Custine twee eeuwen later helpen om het gedrag van Poetin te begrijpen? Zijn despotisme, militarisme en repressie van toen hetzelfde als nu? En welke oplossingen zijn er voor de terugkerende problemen in de verstoorde betrekkingen tussen Rusland en Europa?
Dit artikel geeft daar geen antwoorden op. Het geeft slechts impressies van de auteur Custine en de obsessie om de Russen op afstand te hoduen: "Wat Rusland zo curieus maakt om te observeren is de aanwezigheid van barbarisme goedgekeurd door de kerk. Het zijn ook extreme elementen van vreemde beschavingen die de regering uit vreemde landen heeft geïmporteerd. De aanwezigheid van extreem tegenovergestelde elementen uit vreemde beschavingen verlamt de samenleving. Om dit te begrijpen moet je diep in het land reizen", zo schrijft hij in de inleiding van zijn werk.
Custine reisde naar Rusland via Duitsland en de Baltische Zee. De eerste stad die hij aandeed was Sint Petersburg: “Niets is zo treurig als de natuur aan de toegangswegen van Petersburg. Naarmate men dieper de Golf ingaat wordt het moerassige land dat steeds vlakker wordt, gereduceerd tot een kleine, trillende lijn getrokken tussen de hemel en de zee. Die lijn is Rusland, dat wil zeggen een nat, laag heidegebied, zover het oog reikt en bezaaid met berken die er armzalig en ongelukkig uitzien. Dit vlakke, lege, saaie en kleurloze landschap zonder einde en zonder grootsheid, is net voldoende verlicht om zichtbaar te zijn. Hier schijnt een bleke zon op de grijze aarde maar niet van bovenaf. Het licht komt van opzij, bijna van onderen. De lichtstralen geven het vlakke land een aanblik van een scherpe hoek die door God is verlaten. In Rusland zijn de mooiste dagen van het jaar blauwachtig. De nachten zijn verbluffende helder. Maar de dagen zijn van een treurige duisternis".
Custine observeert, ontmoet, vraagt, leest en noteert wat hij hoort en ziet. Hij is geïnteresseerd in hoe de samenleving en de politiek functioneren: “Onder dit volk, verstoken van enige vorm van vrije wil, ziet men alleen lichamen zonder ziel. Men huivert bij de gedachte dat zoveel lichamen, armen en benen maar één hoofd hebben. Despotisme is een mengsel van ongeduld en luiheid. Een beetje geduld van de machthebber en meer ijver van het volk zou betere resultaten opleveren. Maar dan verdwijnt tirannie. Dat is een denkbeeldige ziekte van het volk. De tiran, vermomt zich als dokter. Hij heeft het volk ervan overtuigd dat gezondheid niet de natuurlijke staat is van de beschaafde mens. Hoe groter het gevaar hoe krachtiger de remedie moet zijn. Zo houdt de tiran het kwaad in stand onder het voorwendsel dat hij de enige dokter is. Sociale ontwrichting kost te veel in Rusland. Ik heb daar geen bewondering voor”.
De architectuur van Sint Petersburg heeft enige overeenkomsten met Europese steden. Dat doet hem aan de steden in zijn eigen land denken. Maar Moskou is een andere wereld, een stad zonder vormen aan de rand van Azië. Zo schrijft hij op 08 augustus 1839:
“Een oogaandoening die ik tussen Petersburg en Moskou heb opgelopen, verontrust me en bezorgt me pijn. Ondanks deze kwaal wilde ik de wandeling van gisteravond vandaag herhalen om het Kremlin bij klaarlichte dag te vergelijken met het fantastische Kremlin 's nachts. De schaduwen worden groter en verdringen alles. Maar de zon herstelt de vormen en de verhoudingen van de dingen”.
De auteur wordt in Moskou door het fort van de tsaren verrast. Bij nacht vergroot het maanlicht de stadsmuren maar onttrekt anderen aan het zicht. Hij had te veel gewelven, te veel overdekte galerijen, te veel hangende paden, zuilen en ondergrondse gangen voorgesteld maar vond genoeg om zijn enthousiasme te rechtvaardigen. Het Kremlin is een landschap van onsamenhangend geheel van stenen:
“De stevigheid van de muren overtreft die van de rotsen die ze dragen. Het aantal en de vorm van de monumenten zijn een wonder. Dit labyrint van paleizen, musea, gevangenissen en kerken is net zo angstaanjagend als Martins architectuur. Het is net zo groter en onregelmatiger dan de composities van de Engelse schilder. Mysterieuze geluiden komen uit de diepten van de ondergrondse gangen. Zulke woningen moeten wel door geesten worden achtervolgd. Ze kunnen niet geschikt zijn voor wezens zoals wij. Men droomt daar van de meest verbazingwekkende taferelen. En men huivert bij de gedachte dat deze taferelen geen verzinsels zijn. Daar lijken de geluiden die men hoort uit het graf te komen. Men gelooft in alles behalve in wat natuurlijk is”.
Dan maakt Custine en omweg om de lezer gerust te stellen. Hij schrijft bewust voor de Europese aristocratie waar zijn familie toe behoort. De citadel van Moskou is volgens hem niet helemaal wat men denkt. Het is geen paleis, geen nationaal heiligdom waar de historische schatten van het keizerrijk worden bewaard. Het is niet de boulevard van Rusland, een nationaal oord waar de heiligen en beschermers van het vaderland slapen. Het is minder en tegelijk meer dan dat. Het is simpelweg een gevangenis van spoken.
Zijn oordeel over de Russen moet zijn gelijkgestemde tijdgenoten in Europa hebben aangesproken. De economische, politieke en sociale veranderingen als gevolg van de industriële revolutie en de opkomst van het kapitalisme hebben een nieuwe klasse verpauperde arbeiders in de steden en hongerige boeren op het platteland voortgebracht. In Rusland hebben de revolutionaire ideeën van de communisten reeds de weg in de maatschappij gevonden. De geest van revolutie is overal. Dat maakte de heersende elite in Europa, net als tijdens de Franse Revolutie, nerveus.
Die angst van de Europese aristocratie voor Rusland is na de revolutie van oktober 1917 uitgekomen. Het werk van Custine werd opnieuw actueel. Omgekeerd heeft Stalin het werk van de Fransman op verschillende manieren gebruikt. Custine voorzag onbedoeld de communisten in Rusland van een werktuig om de laatste culturele, economische, politieke en sociale machtsstructuren van de Tsaren af te breken. Stalin heeft het werk verder gebruikt om de Europese angst voor Rusland te begrijpen en erop te reageren, aldus Samanta Caretti, docente literatuur aan de Universiteit Caen-Normandië en voorzitter van Vereniging Vrienden van Coustine tijdens een debat op 27 april 2024 op de zender France Culture.
Het werk van Custine heeft veel los gemaakt toen het in 1843 verscheen. Het wordt nog steeds gelezen en kan worden gezien als een reactie van de Europese elite die Rusland de afgelopen twee eeuwen op afstand wil houden om stabiliteit te bewaren. Maar het is niet zo zeker of deze reactie in de huidige internationale context nieuwe inzichten met zich meebrengt die kunnen bijdragen aan het oplossen van conflicten. Custine zelf gaf toe dat hij niet alles heeft gezien maar wel alles goed heeft geraden: “Ik verwijt de Russen niet dat ze zijn wat ze zijn. Wat ik ze verwijt is de pretentie om te lijken op wat wij Europeanen zijn. Ze zijn nog steeds ongeschoold. Dat laat tenminste ruimte voor hoop. Maar ik zie ze onophoudelijk bezig met de drang om andere volkeren te imiteren. Ze apen iedereen na maar drijven de spot met wat ze na-apen. Dit zijn verloren mensen door de barbaarse staat waarin ze verkeren. Een gefaald beschaving in de vreselijke woorden van Voltaire of Diderot die men in Frankrijk is vergeten: "De Russen worden rot voordat ze rijp zijn"."
Afbeelding ter illustratie: de politie in Sint Petersburg schiet op zondag 09 januari 1905 op mensen toen ze een petitie voor de verbetering van hun levensomstandigheden aan de Tsaar wilden overhandigen. Bron: Wikimedia.