Brief uit 1978 van Zwitsers diplomaat in Marokko
In een brief van een Zwitserse diplomaat in Marokko is te lezen hoe het klimaat van investeringen in het land eind jaren 1970 was. De brief vermeldt de hoge kosten van de oorlog in de Westelijke Sahara. De diplomaat schrijft over agressie van de Algerijnen die de gewapende Polisario groep tegen Marokko gebruiken. De originele brief in het Frans gericht aan de federale overheid in Bern is hier en hier te lezen. Een samenvatting:
"Ik heb diverse gesprekken met mijn landgenoten gevoerd over het investeringsklimaat, zowel in Rabat als tijdens mijn recente zakenreis naar Fez, Meknes, Agadir en Marrakesh, en tijdens de laatste maandelijkse lunch van Zwitserse zakenlieden in Casablanca. Consul Monney van zijn kant verzamelde interessante, zij het niet bemoedigende, informatie tijdens de laatste periodieke besloten bijeenkomst van West-Europese consuls in Casablanca.
De overheersende toon in al deze contacten weerspiegelt wat ik schreef in mijn brief van 13 januari aan de Handelsafdeling (met een kopie naar de Economische en Financiële Dienst van uw directoraat) over het nieuwe vijfjarenplan: verwachting en terughoudendheid, maar toch optimistisch over de inhoud en op de min of meer lange termijn.
De oorlog in de Westelijke Sahara drukt zwaar op de Marokkaanse economie. Het doel van de Algerijnse agressie (dat is het exacte woord, en dat blijft onder ons) via Polisario is:
a) om, indien mogelijk, het huidige regime in Mauritanië te elimineren en te vervangen door een regime dat "gunstig" is voor Algiers, en
b) om de Marokkaanse economie te vernietigen door middel van toenemende of op zijn minst aanhoudende militaire uitgaven, om zo de ruggengraat van het Marokkaanse verzet tegen het Algerijnse beleid inzake hegemonie in Noord Afrika en in Afrika te breken.
Het lijkt erop dat deze dubbele doelstelling niet zal worden bereikt. In Nouakchott is de wil om te vechten daarentegen het afgelopen jaar sterker geworden. Marokko, waar deze wil vanaf het begin unaniem was en blijft, vindt financiële steun in met name Saoedi-Arabië, en de ervaring leert dat in derdewereldlanden budgettaire problemen zeer ver kunnen reiken zonder het regime te doen wankelen. Maar het economische momentum van de eerste helft van het decennium is aanzienlijk vertraagd.
De Marokkaanse overheid kampt met een financieel tekort. Het heeft bezuiniging aangekondigd. Leveranciers van goederen en diensten worden met aanzienlijke vertraging betaald of zijn nog niet betaald. Daardoor kunnen sommigen niet aan hun eigen verplichtingen voldoen. De staat probeert de middelen te vergroten door middel van vaak willekeurige belastingverhoging en onrechtmatig innen van heffingen. Een Franse industrieel uit Kenitra vertelt me over het verlammende effect van de maatregelen. Zijn Zwitserse partner corrigeert hem door te stellen dat "vertragen" correcter zou zijn dan "verlammen" en ze niet moeten overdrijven.
De heer Consul Monney schrijft mij dat Franse industriëlen volgens zijn Franse collega "steeds meer klagen over belastingcontroles die tot eindeloze onderzoeken leiden". De Zweedse honorair consul merkt van zijn kant op dat de dochteronderneming van het Zweedse bedrijf S.K.F. (kogellagers) dat hij in Marokko beheert, onlangs een jaarlijkse belasting van miljoen dirham (500.000 Zwitserse frank) heeft ontvangen, terwijl het aandelenkapitaal nauwelijks hoger is dan dit bedrag.”
Meer lezen over hetzelfde ondewerp:
1979: de slag om Bir Anzarane
Op zaterdag 11 augustus 1979 werd Dakhla als een van de laatste bewoonde plaatsen in het uiterste zuiden van regio Sahara door het Marokkaanse leger ingenomen. Dat is vier jaar later na het vertrek van Spanje uit de regio als gevolg van de Madrid akkoorden tussen Spanje, Marokko en Mauritanië waarbij nieuwe grenzen met Mauritanië werden besproken. Maar al snel kwam er verzet van de paramilitaire groep Polisario gesteund door Algerije en Kadhafi. In 1976 was Mauritanië net 15 jaar onafhankelijk geworden van Frankrijk. Het had een klein en slecht uitgerust leger verspreid over een uitgestrekt grondgebied. Polisario gesteund door de Algerijnen en Kadhafi heeft daarvan geprofiteerd om militaire posities aan te vallen, niet alleen aan de nieuwe grens met Marokko maar ook in de binnenlanden. Steden en dorpen werden aangevallen en geplunderd. Burgers werden als gijzelaars naar Polisario kampen in Algerije meegenomen (1). ijzererts was een belangrijke bron van inkomen. De grootste mijn van Zouerate werd meerdere keren aangevallen. Franse ingenieurs werden ontvoerd. President Moktar Ould Daddah vroeg Marokko om hulp. 6.000 Marokkaanse soldaten werden in mei naar de volgende gebieden gestuurd...
Het laatste interview van Omar Benjelloun
Omar Benjelloun (1936-1975) was een advocaat, journalist, politicus en vakbondsleider uit de jaren 1970. Hij was kritisch op de elite van zijn tijd. Hij werd op 18 december 1975 vermoord. Een week later publiceerde de Franse krant Libération een interview met hem. Zijn analyse van de politieke, sociale en economische ontwikkelingen in de regio is nog altijd actueel. Speciaal aandacht voor de verborgen motieven van buurland Algerije en het ontstaan van het conflict om de Sahara. Hieronder een samenvatting van het interview. Een originele kopie is hier te raadplegen als PDF document...