Skip to main content
Weather Data Source: Wettervorhersage Agadir 30 tage

Gepubliceerd: 05 december 2024

Over de bescherming van cultureel erfgoed

De negentiende meeting van het Internationale Comité voor de Bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed (UNESCO) vindt dit jaar van 02 tot en 07 december in Asunción (Paraguay) plaats. Verschillende landen bespreken intellectuele eigendommen van culturele producten. Ook Marokko is vertegenwoordigd. Aanleiding hiervoor is een klacht van ambachtsleden uit Fes over het misbruiken van merken als kaftans door andere landen voor commerciële doeleinden en of het ten onrechte toe-eigenen van het merk. De klacht van de ambachtsleden werd deze week door de UNESCO tijdens de meeting in Paraguay gegrond verklaard.

Inventaris

Kaftan is niet het enige cultureel erfgoed dat moet worden beschermd. In 2021 heeft de redactie van deze website een brief gestuurd naar het Ministerie van Cultuur over de bescherming van immaterieel erfgoed uit regio's als Souss, Atlas, Middel-Atlas, Anti-Atlas, Draa, Ait Baamrane, Tafilalt, Sahara ... Dit zijn regio’s waar oude ambachtelijke producten worden gemaakt die ook bescherming verdienen. Sommige producten worden in het buitenland verkocht zonder vermelding van de herkomst. Hieronder een samenvatting van het antwoord van het Ministerie:

Geachte Heer ….

Wij danken u voor de belangstelling en aandacht die u besteedt aan het immateriële erfgoed van Marokko. We willen u graag informeren dat bepaalde elementen zoals wandtapijten en sieraden al zijn geïnventariseerd en geïntegreerd in het erfgoedinventarisatie- en documentatiesysteem van het Ministerie van Cultuur. We citeren hieronder de inventarissen met betrekking tot enkele elementen die te raadplegen zijn via de website van het landelijk systeem van de algemene erfgoedinventaris:

- Boutrouch tapijt: Westelijke Anti-Atlas, provincie Sidi Ifni
- Assetta weeftechniek: provincie Tata
- Sieraden van Ighrem: provincie Taroudant

U kunt ook de monografie raadplegen die de afdeling cultureel erfgoed in 2014 heeft uitgegeven, getiteld: Van Foum Zguid tot Foum El Hisn. Een inventaris van het cultureel erfgoed van Tata. U kunt nog meer elementen vinden die de rijkdom en diversiteit van het Marokkaanse culturele erfgoed weerspiegelen.

Ook heeft de Directie Cultureel Erfgoed eerder inventarisaties gemaakt van sieraden uit de provincies Taroudant, Tiznit en Sidi Ifni die momenteel worden verwerkt en die zullen worden gebruikt om ons nationale inventarissysteem te verrijken.

Wij hopen u voldoende te hebben geïnformeerd.

Team inventarisatie erfgoed
Ministerie van Cultuur

Het antwoord van het Ministerie van Cultuur was voorzien van een wachtwoord voor verschillende pagina’s op een website met foto’s en inventarissen van producten gemaakt in verschillende regio’s genoemd in de brief van de redactie.

Architectuur

Onder immaterieel erfgoed valt ook architectuur. Veel gebouwen en soms ook hele steden zoals Marrakech worden ten onrechte door landen uit het Midden Oosten als Arabisch geclaimd. Geschreven bronnen vertellen een ander verhaal. De stichters van de stad zijn inheems en kwamen niet uit het Midden Oosten. Vincent Lagarde, een Frans historicus gespecialiseerd in de geschiedenis van Marokko in de Middeleeuwen, beschrijft in zijn boek “Les Almoravides jusqu’au règne de Yusuf B. Tachfin (1039-1106)” hoe de eerste bouwsteen werd gelegd en door wie. Zijn boek verscheen in 1989 bij uitgever L’Harmattan waarvan hieronder de Nederlandse vertaling van een paar bladzijden.

De stichting van Marrakech

“Vanaf 1068-1069 werd de stad Agmat Ourika (ligt in de bergen ten zuiden van huidig Marrakech) ongemakkelijk en benauwd gezien de grote toestroom van nieuwe inwoners aangetrokken door de groeiende macht van de Almoraviden. De leiders van Ourika en Haylana klaagden herhaaldelijk over deze gang van zaken bij Abu Bakr b. Umar die hen antwoordde: “Kennen jullie een plek waar we een nieuwe stad kunnen bouwen?”

De emir en zijn gevolg woonden in tenten. Hij had alleen een huis gebouwd voor zijn vrouw Zaynab. Maar het leven in Agmat begon zwaar te worden. Aan de andere kant konden de Haylana en Hazmira het niet eens worden over de locatie voor de nieuwe stad. Elk van de twee stammen wilde de nieuwe stad op eigen grondgebied hebben voor eigen glorie. Ze stemden uiteindelijk in voor een locatie op de grens tussen beide stammen.

Bronnen als Rawd al-Qirtas vermelden iets anders. Yusuf b. Tachfin kocht in 1062 land van Masmuda die in de buurt woonden. Hij sloeg daar zijn tenten op en bouwde een oratorium en een klein fort om zijn rijkdom en zijn wapens op te slaan. Andere bronnen als Al Bayan ontkennen deze informatie. Andere auteurs en tijdgenoten die getuigen waren van de gebeurtenissen zoals Al Bakri schreven dat Abu Bakr nog steeds de prins van de stad was. Dat is zes jaar na de datum van de door de Rawd al-Qirtas voorgestelde stichting. Zijn macht was nog niet volledig geconsolideerd. Hij besteedde geen aandacht aan de stad Marrakech noch aan Yusuf b. Tachfin die zich op dat moment nog niet had laten gelden.

De leiders van Haylana en Hazmira waren het uiteindelijk eens over een plaats. Ze stelden het aan Abu Bakr voor. Ze vertelden hem dat het een woestijn was waar gazellen en struisvogels leven. Maar de discussies werden weer hervat toen sommigen voorstelden om de nieuwe stad rond de Tansift rivier te bouwen. Abu Bakr verzette zich ertegen en zei: “Wij zijn mensen van de woestijn. We leven met onze kuddes. Het past niet bij ons om in de buurt van een beek te wonen.” En Al Bayan benadrukt dit punt. De Lamtuna waren op zoek naar een verlaten plek om hun stad te bouwen. Uiteindelijk werden ze het eens over de huidige locatie. Het argument was dat de vlakte van Naffis zijn tuin zou zijn, de vlaktes van Dukkala zijn graanschuren en de toppen van de Grote Atlas in handen van de emir van de stad zijn.

Abu Bakr b. Umar trok met zijn troepen naar de vlakte van Marrakech om de overeenkomst over de bouwplaats van de nieuwe stad te bevestigen. Maar hij wachtte nog bijna een jaar, tot 7 mei 1070, om te beginnen met het openen van de fabrieken die nodig waren voor de bouw van Qasr al-Hagar (het stenenpaleis). Hierna begonnen mensen huizen te bouwen zonder stadsmuur. Ze begonnen met de huizen van de stamhoofden. Iedereen heeft grote inspanningen geleverd om de stad op te bouwen door samen te werken en elkaar financieel te helpen. Na drie maanden, eind juli 1070, werden de muren van Qasr al-Hagar opgetrokken. Bayan al-Mugrib voegt dit interessante en ongepubliceerde feit toe: het eerste huis dat werd gebouwd voor de Lamtuna was dat van Turzagin b. al-Hasan, gelegen op de site genaamd Asdal en waarvan de overblijfselen nog steeds zichtbaar waren toen schrijver Ibn Idari leefde.

Al Bayan is de enige bron die deze ongepubliceerde feiten meldt. Voordien gaf men het onweerlegbare verslag van de stichting van Marrakus door Yusuf b. Tachfin zoals gerapporteerd door de Rawd al-Qirtas. Het bericht van al-Hulal al-Mawsiyya waarin de keuze van de locatie en het begin van de bouw werd toegeschreven aan Abu Bakr b. Umar in 1070, was afgedaan als onbetrouwbaar. Nu ontdekken we dat al-Hulal al-Mawsiyya alleen informatie uit de Bayan al-Maghrib herhaalde. Wat een nieuw licht werpt op de waarde van onze bronnen.

Het prestige van Yusuf b. Tachfin, die naar verluidt met zijn eigen handen aan de bouw van de stad heeft gewerkt, en de korte tijd die Abu Bakr aan de bouw kon besteden, is een aanleiding tot de algemene overtuiging dat Yusuf de echte grondlegger van Marrakech was.

In 1070 of 1071 hield Abu Bakr toezicht op de bouw van een muur en het werk van de bouwvakkers en metselaars toen een Lamtuna stamhoofd zich bij hem meldde om te vertellen dat de Guddala zijn stam aanvielen. Mannen werden gedood en vrouwen ontvoerd.

Abu Bakr besloot hem te helpen. Volgens de Bayan ontbood hij onmiddellijk de hoofden van de verschillende stammen en vroeg hen een luitenant voor hem aan te wijzen die zijn plaats tijdens zijn afwezigheid kon innemen. Ze zwegen allemaal, niet wetend wie ze moesten adviseren. Hij richtte zich tot God om hem te helpen een keuze te maken. Toen klonk er een stem die hem adviseerde Yusuf b. Tachfin die in het buitenland was. Het advies kwam overeen met zijn wensen.

Toen Yusuf naar Marokko terugkeerde en zichzelf aan Abu Bakr presenteerde vroeg de prins voor de tweede en derde keer aan de stamhoofden wie zij dachten dat God hem heeft toegezonden. Toen Yusuf hem hoorde antwoordde hij:

“Ik zal uw luitenant zijn als God het wil”.
“Je hebt gelijk, Yusuf,” antwoordde de emir, “je wordt mijn luitenant.”
En hij gaf hem de macht over de stad.”

Afbeelding: Koutoubia, een van de oudste moskeeën van Marrakech, gebouwd in de twaalde eeuw.