Aankondiging

Collapse
No announcement yet.

Marokko en Portugal door de eeuwen heen

Collapse
X
 
  • Filter
  • Tijd
  • Show
Clear All
new posts

  • Marokko en Portugal door de eeuwen heen

    Een passage over Marokko en Portugal door de eeuwen heen. Bron: Charles-André Julien: Histoire de l’Afrique du Nord. Des origines à 1830. Grande Bibliothèque Payot, 1994. PP 558-560.

    "Ondanks de gevechten op Spaanse bodem en piraterij van beide kanten, waren de relaties tussen moslims en christenen nooit onderbroken. Gedurende de 14e eeuw bezochten schepen uit Venetië, Genua, Pisa, Marseille, Castilië en Aragon de havens van Arzila (Asila), Tanger, Badis (tegenover het eiland genaamd Peñón de Vélez), Ceuta, Arcudia of Alcudia (Alhucemas?) en Melilla. Slechts zelden kwamen ze tot aan Salé, Azemmour, Safi en Mogador. Daar waren vooral moslims de enigen die actief waren. Bij uitzondering waagden handelaren zich in de steden van het binnenland, hoewel Marrakesh een vrije wijk (Kessaria) had. De uitwisselingen vonden plaats in de havens waar de lokale douanes en christelijke funduks (gasthuizen, hotels) heersten. Om de twee jaar deed de Venetiaanse vloot Badis, de haven van Fez, aan. Marokko importeerde voornamelijk jachtvogels, metalen, gereedschap, garen, stoffen, linnengoed, specerijen en wijn. Het exporteerde slaven, huiden, tapijten, wol, koraal, granen en suiker. Deze zeer actieve handel hield in de 15e eeuw niet op, ondanks het christelijke offensief. Er ontstonden zelfs nieuwe uitwisselingen tussen de autochtonen et de fronteras. Hierdoor bereikten de Portugezen Marrakech.

    Fes was aan het begin van de 16e eeuw het belangrijkste centrum en de hoofdstad van de Wattassid dynastie. De stad was door middel van vier wegen verbonden met de havens van Chasasa of Ghassaça (Selouan? Sinds Melilla in 1497 door de Spanjaarden was ingenomen), Badis, Ceuta en Tanger. De onveilige weg van Taza verbindt Fes met Tlemcen. Eén weg leidde naar Sijilmassa, waar de dadelkaravanen vandaan kwamen. Drie wegen verbindt de stad met de Haouz (regio Marrakech). Goederen moesten stadsdouane en tol betalen, in handen van lokale heersers.

    De Meriniden stonden vijandig jegens de Castiliaanse heersers. Ze vonden steun bij de koning van Aragon die mee hielpen een opstand in Ceuta (1274) te onderdrukken en de koning van Granada uit deze haven te verdrijven (1309). Na dertig jaar spanning veroorzaakt door de Spaanse tussenkomst, kwam de toenadering vanzelf tot stand (1345) en mondde twaalf jaar later uit in een politiek- en handelsverdrag gericht tegen Castilië. Abu Inan en zijn opvolgers voerden een beleid dat gunstig was voor Aragon. Maar hij was ook elders in het land te druk om zijn Marokkaans beleid aan te passen. De Portugezen en Castiliaanse heersers keken uit naar de gelegenheid om Marokko binnen te vallen.

    Portugal heeft de eigen identiteit te danken aan de strijd tegen moslims. De nationale onafhankelijkheid begon in 1385 met de Avis dynastie gesteund door de commerciële bourgeoisie die de ongelovigen (moslims) uit eigen land wilde verdrijven. Met de overwinning van de Rio Salado hadden de Castiliaanse heersers een einde gemaakt aan de effectieve interventies van de Meriniden uit Marokko op Spaans bodem. De strijd tussen Castilië en Granada kreeg daardoor meer het karakter van een ruzie tussen een heerser en een vazal dan tussen christenen en moslims. Maar de echte vijanden bleven toch de moslims in Marokko. Ook de Castiliaanse heersers wachtten geduldig op een gunstige gelegenheid om de droom van Ferdinand III te realiseren, namelijk in Noord Afrika landen en een einde maken aan het dubbele gevaar van de altijd mogelijke invasies vanuit Marokko en de steeds actievere piraterij. De situatie in Marokko aan het einde van de 14e eeuw heeft hun interventie mogelijk gemaakt.

    Na de dood van Abu Abbas zorgden de ruzies over de troonsopvolging ervoor dat de emir van Granada, bijgestaan ​​door de koning van Castilië, de orde in Marokko ging verstoren. Anarchie was gunstig voor zijn ambities. Hij ging opstanden ondersteunen. De sultan nam wraak door de piraten los te laten op Andalusische en christelijke boten. De piraterij bleek zo efficiënt en succesvol dat het fenomeen een autonome onderneming werd die aan het gezag van de sultan ontsnapte en represailles van de Castiliaanse koning uitlokte.

    Terwijl het leger van de Merinid dynastie Tlemcen belegerde, nam Hendrik III van Castilië, geïnspireerd door verhalen over kruistochten, Tetouan in beslag. Hij vernietigde de stad, vermoordde de helft van de inwoners en bracht de rest in slavernij (1399). Deze meedogenloze oorlog heeft de piraterij verder aangewakkerd en veroorzaakte een nationalistische en religieuze opleving in Marokko die zou leiden tot de nederlaag van de christenen.

    Ook de Portugezen profiteerden van anarchie in Marokko. De revolutie die Don João, Grootmeester van de Orde van Avis, aan de macht had gebracht, markeerde de triomf van de bourgeoisie van Porto en Lissabon, gesteund door de bevolking aan de kust, door de landadel en door de koning van Castilië (1385). De overwinning van de Portugezen op de Castiliaanse koning toonde de superioriteit van de revolutionaire tactiek van de burgerlijke infanterie boven de traditionele manoeuvres van de aristocratische cavalerie. Het bepaalde ook een beleidswijziging, waarbij de economische belangen van de overwinnaars op de voorgrond kwamen te staan.

    Er moest een einde komen aan de piraterij om de toevoer van graan te garanderen in een schiereiland waar de geest van de kruistochten steeds sterker werd naarmate de Reconquista voortschreed. Dat veroorzaakte onophoudelijke volksopstanden die moesten worden gestopt. En de Castiliaanse koning mocht niet landen in Ceuta om Marokko binnen te vallen. Daarom namen de Portugezen Ceuta in en liet daar een garnizoen van 2.500 man achter (21 augustus 1415). De tegenaanval van de Marokkanen en de soldaten uit Andalusië om Ceuta te bevrijden mislukte als gevolg van de rivaliteit onderling (1419)."
Working...
X